Belfast Castle

Bij het verlaten van de B&B Springfield in Belfast geniet ik van de zon, je weet immers nooit hoe lang het duurt. Zouden ze daarom allemaal met hun hoody’s lopen? Bij regen, hoody op! Vijf minuten later geen regen? Hoody af! Tien minuten later weer regen? Hoody weer op! Zo’n capuchontrui is onderdeel van het straatbeeld dat niet van mijn netvlies verdwijnt, het liefste met een trainingsbroek eronder. Aangekomen bij de bushalte laat ik de eerste bus voorbijgaan en wacht vijf minuten langer, want dat scheelt weer een paar centen voor de dagkaart van de Ulstar bus. Ik ga richting Belfast Castle. Dit keer boven in de dubbeldekker. Mooi uitzicht. Helemaal vooraan voel ik me vrij, terwijl ik op alles neerkijk. Daar schiet een bordje met Castle Belfast voorbij en nog een.



Ik laat het gebeuren. Op de een of andere manier ben ik benieuwd wat nog komen gaat. Rijd de bus naar een nog hoger gelegen gebied? Nee, helaas. Ik stap uit op de grens van Newabbey en neem de volgende bus direct weer terug. Hier is echt helemaal niks om mijn kostbare tijd aan te verspillen. De andere bus arriveert snel. Dat is het voordeel, waar je ook bent bijna elke bus lijkt rechtstreeks weer terug te gaan naar 'City Centre'. Lang wachten is er dan overdag meestal niet bij. Bij het instappen vraag ik voor de zekerheid of de buschaffeur me wil vertellen als ik eruit moet. Uiteraard is dat geen enkel probleem, de meeste van die gasten zijn erg vriendelijk. “Where are you from?”, vraagt hij. “I’m from The Netherlands”, antwoord ik. Op gegeven moment wenkt hij me, maar ik hoef er hier nog niet uit. Hij kijkt me aan, wijst naar zijn borstkas en trekt zijn overhemd voor een deel open. “Look”. Vol trots laat hij een T-shirt zien van de Nijmeegse Vierdaagse. Hij heeft al 13 keer meegedaan, vertelt hij me. Hij gaat elk jaar, dus ook komende editie voor de 14e keer! Ik zeg hem dat ik nog nooit mee heb gedaan. “That’s because the Dutch are lazy!”, reageert hij met een dikke glimlach op zijn gezicht. Hij stopt de bus en geeft aan dat alle wegen hier naar boven lopen, dus het kasteel is niet moeilijk te vinden.

Zonnetje schijnt nog steeds, de winterjas gaat uit. Eenmaal boven zie ik een mooi kasteel, maar ik ben net te laat om het mooi in de zon vast te leggen. De wolken breiden zich uit tot een grote massa.





Het kasteel wordt beschermd door de ‘Cat Garden’. Volgens de legende is het kasteel veilig zolang er een kat woont, het liefste een witte kat. Ook brengt het de bezoeker van het kasteel geluk. Vandaar dat de kasteeltuin niet minder dan negen beelden en beeltenissen van een kat bevat.








Het kasteel zelf is gratis toegankelijk. Het wordt gebruikt als conferentieoord of voor bruiloften en andere feestelijke activiteiten.



Door alle deuren te checken, ontdek ik een paar leuke plekjes. Een raam geeft een mooi uitzicht over Belfast.





Ga ik me nog wagen aan de klim naar Cave Hill? Volgens de poortwachter is het een stevige klim en de kortste route is een uur lopen, met een goede pas erin kan dit 45 minuten worden. Er is een stuk dat je kan afsnijden, maar de helling is wel steiler. Ik twijfel, het weer ziet er niet goed uit en de voorspellingen van die ochtend waren de hele middag regen met storm. Ook heb ik geen eten en drinken meegenomen. De volledige klim met fotorugzak op is wellicht niet zo slim. Toch kan ik het niet laten om een start te maken en even te kijken hoe dat aanvoelt. Al snel ontdek ik dat de gekozen weg naar boven nog wel te doen is, maar naar beneden zal een stuk lastiger worden. De ondergrond is drassig en op sommige plekken een ware modderpoel. Bergschoenen of niet, hier ga ik in uitglijden. Na een kwartier klimmen kom ik biker Alan tegen. Deze jonge gozer trotseert hier de hellingen met zijn fiets. Het ziet er pittig uit en niet ongevaarlijk. Dat blijkt, hij is net genezen van zijn vorige botbreuken bij een val. Het weerhoud hem niet. Hij vind het heerlijk hier. Voorheen heeft hij drie jaar gewoond in Schotland, maar is nu weer terug in Belfast. Je kan het aan hem zien. Voor ik beslis om weer naar beneden te gaan, maak ik nog snel even een portretfoto van hem in de bosomgeving. De actiefoto had ik al gemaakt. Ook vergeet ik niet te vragen naar zijn volledige naam: Alan McKinsey. Ja, Facebook heeft hij wel.





Beneden aangekomen, blijkt het weer helemaal open te trekken. De regenwolken verdwijnen, de motregen stopt en de zon keert weer terug. Dat is Ierland voor je! :-)



Ergens baal ik een beetje dat ik niet toch door ben gegaan naar boven, maar niet getreurd, ik wil nog meer doen voordat ik weer terug naar huis moet… Op naar Queens University!

Reacties